Cultureel kapitaal is de eerste bouwsteen van cultureel vermogen: inzicht in urgente, de samenleving voedende en sturende inzichten, rituelen en expressie. In cultureel vermogen wordt het niveau van leesvaardigheid uitgedrukt waarmee we een beeldcultuur ontcijferen. De verwerving en investering van cultureel kapitaal is van vitaal belang voor een samenleving in de informatietijd.

dagopbrengst banner

cultureel vermogen, investering van cultureel kapitaal
Cultureel vermogen houdt een divers samengestelde samenleving leesbaar en leefbaar. De kunsten produceren cultureel kapitaal. Het ligt opgesloten en voor het oprapen in elk cultureel product, in elk kunstwerk. Het culturele vermogen van een samenleving heeft een dubbele betekenis. Het is zowel de geaccumuleerde culturele waarde van de totale kunstproductie, als het vermogen om met die productie om te gaan en er zich mee uiteen te zetten. De uiteenzetting met kunst is geen specialistische bezigheid. Iedereen doet het dagelijks, vaak ongemerkt, soms doelbewust. Onze aanraking met kunst, architectuur, vormgeving, muziek, theater, literatuur en film maakt onlosmakelijk deel uit van ons dagelijks leven. De kanalen waarlangs de producten van deze disciplines ons bereiken zijn talloos. De aandacht die we er aan besteden kan een flits van een seconde duren, of ons een leven lang niet loslaten. De duur waarmee we aan een kunstwerk aandacht schenken is niet maatgevend voor de kwaliteit ervan. Het culturele kapitaal kent kleine en grote coupures. Het draagt stuk voor stuk, werk na werk, uitvoering na uitvoering bij aan ieders culturele vermogensopbouw.

Regering en bestuur van een land waken over de kwaliteit van fundamentele voorzieningen. Niet alleen worden zij gekozen om de aan de eerste levensbehoeften tegemoet komende regelgeving te ontwerpen, maar ook om de geestelijke, de intellectuele en de economische ontwikkeling van de burger te stimuleren en te faciliteren. Natuurlijk doet de politiek dat niet zelfstandig. Zij biedt namens de burgers die haar gekozen hebben middelen en maatschappelijke voorzieningen aan professionele, terzake kundige en gemotiveerde bemiddelaars, die deze middelen vervolgens naar eer en geweten besteden of herverdelen. Zo kan een zichzelf respecterende democratische samenleving uit algemene middelen algemene belangen dienen. Een kwestie van cultuur, inderdaad, beschaving zo men wil.

De laatste decennia sloop er een spook in die democratische voorzieningen die erop gericht waren om het culturele vermogen van burgers te verrijken. Deze neoliberale gestalte wordt van rechts tot links ‘cultureel ondernemer’ genoemd. Voorheen de kunstenaar. Voorheen musicus, danser, auteur... noem ze maar op. Kunstenaars? Cultureel ondernemers. Tot we de burger ‘civiel ondernemer’ horen noemen is de uiterste grens van een cynische kruideniersmentaliteit wel bereikt! Laat me in dit hoofdstukje over cultureel kapitaal en vermogen tot slot één opmerking over cultureel ondernemerschap maken, over de markt om precies te zijn. Iedere productenmarkt — zo leerde mij eens de directeur Environmental Development van Sony Europa — iedere goederenmarkt floreert op tweederangs producten. Volumevergroting, transactiesnelheid verhoging en winstmaximalisatie versterken elkaar daarin. Geen enkele zogenoemd vrije markt beloont excellentie, exclusiviteit, kwaliteit. Geen enkel door marktmechanismen gedreven ondernemerschap vernieuwt of optimaliseert zijn product. Het vent ze uit tot de vraag inzakt, verramsjt de restpartij en gooit een nieuw bijna waardeloos product in de aanbieding. Zo werkt de markt. Dus zo moet van deze regering de kunst aan zijn omzet komen. Zo wordt het culturele kapitaal en het culturele vermogen van een land dat internationaal tot de verbeelding sprak verkwanseld. De kunst verdient beter. De Nederlandse samenleving verdient beter.



cultureel kapitaal      kunst verdient beter      wat de kunst verdient      opinie en commentaar