truck xray (informatie, goederen en mensen reizen in pakketjes)
:
We moeten twee soorten globalisering onderscheiden. Beiden danken hun bestaansmogelijkheid voor een belangrijk deel aan medialisering en commercialisering en maken optimaal gebruik van onbegrensde communicatie- en distributiemogelijkheden. Verder houdt iedere vergelijking op. Globalisering 1 is een koloniserende globalisering, globalisering 2 een de-koloniserende. De eerste installeert (de wereld als) één wereld over de hele wereld, 'one world, one card'; de tweede verbindt zo veel mogelijk werelden met zoveel mogelijk andere werelden. De eerste is een autoritaire monocultuur, de tweede ontwikkelt zich in onbegrensde en onbelemmerde diversiteit. De eerste wordt, op basis van onze voorkeuren, geraffineerd samengesteld en bezorgd door een media- en informatie industrie, de tweede maken we voor een groot deel zelf, in onze eigen omgeving, met en voor onze naasten, die in het informatietijdperk niet meer alleen in onze topografische maar in toenemende mate in onze inforgrafische nabijheid aanspreekbaar zijn.

de wereld als markt en medium werd geschreven voor het mei 2002 nummer van De Witte Raaf en verschijnt online in idie.net, in vervolg van genoeg Geweest! Wat nu?, Vormgeving ontwerpen en In Media Omnia.

jouke kleerebezem



De wereld als markt en medium

"(...) Il y a deux types de pollution, il y a la pollution des substances, la pollution de l'air, de l'eau, de la faune, de la flore... ça, c'est l'écologie verte. Et il y a la pollution des distances, ce que j'appelle la pollution de l'écologie grise. L'écologie grise, c'est-à-dire que tout progrès dans la vitesse réduit à rien l'intervalle de temps et d'espace du champ du monde. Donc le monde se réduit, et il se réduit pour moi concrètement. Bien sûr que l'Atlantique continue de faire quatre cent mille kilomètres, mais ces kilomètres sont disqualifiés. D'une certaine façon, la pollution des distances ne dégrade pas la nature, comme c'est le cas quand une forêt est abîmée par les pluies acides. Elle dégrade quelque chose qui est peut-être plus important pour l'homme que la nature, elle dégrade la grandeur nature, c'est-à-dire la dimension même du monde." [1]


'one world one card' [2]

Globalisering komt (naar) ons toe. In de loop van de twintigste eeuw werd de wereld een evenement [3] dat over de hele aarde plaatsvindt, en vanaf willekeurig welke locatie te bezoeken, of op afstand bij te wonen is. Medialisering en mobiliteit kopiëren de wereld en verspreiden haar tot in de eigen uithoeken. Bovenop het feit dat de toerist voor hetzelfde bedrag naar Kreta, New York of Bangkok kan reizen, treft hij op elke bestemming ook nog eens dezelfde beelden aan. Naast de bekende internationale logo's worden ook authentieke producten afkomstig van de ene locatie op elke andere aangeboden. Souvenirs van Kreta kunnen, gehoorzaam het credo 'one world, one card', voor hetzelfde geld als ter plekke, ook in Bangkok of New York worden aangeschaft, en vice versa. Niet alleen het Hard Rock Café, EasyEverything of Starbucks laat zich over de hele wereld met hetzelfde succes herhalen, ook de tempel van Knossos en Zakros olijfolie [4] werden mondiale producten. De wereld werd één ruim gesorteerde wereldwinkel zonder sluitingstijden. Objecten en ervaringen worden niet alleen in grote hoeveelheden industrieel vermenigvuldigd en verspreid, maar vinden steeds vaker geïnformatiseerd en gedistribueerd—in 'real time'—plaats, waarbij ze, in plaats van over locaties te worden ver-deeld, op verschillende locaties gelijktijdig worden ge-deeld. Nieuwe gemedialeseerde evenementen bieden dezelfde beleving aan verschillende consumenten die niet dezelfde ruimte bevolken, maar dankzij een communicatienetwerk met elkaar verbonden zijn. Zo'n directe verbinding maakt niet alleen passieve, individuele maar ook interactieve, gedeelde ervaringen mogelijk. Door tegelijkertijd de gedachtenuitwisseling erover te stimuleren wordt de eigen ervaring nog eens versterkt als gemeenschapelijk beleefd.


wereldhonger

De handel in wereldwaar adresseert en exploiteert alle werelddelen in gelijke mate. [5] Aanbieders van willekeurig welke goederen en diensten nemen overal dezelfde winstmarges, verkoopargumenten en handelsroutes in acht. Ze peilen voortdurend de transculturele honger naar consumptieartikelen en ideeëngoed [6] en doorkruisen en verbinden daarbij doelgroepen, belangenverenigingen en geloofsgemeenschappen. Commerciële media doen onophoudelijk een beroep op het exotische en avontuurlijke, en dragen eindeloos kapitaalkrachtige identiteiten aan om de ontwortelde consument een gezicht te geven—of beter, zoveel mogelijk gezichten, die de consumptie in evenredige mate doen toenemen. Het adopteren (en afwisselen) van culturele identiteit is een consumptieve èn expressieve, cultureel productieve praktijk geworden die dankzij intensieve marketing en de alomtegenwoordigheid van het evenement 'wereld' voor een voortdurende staat van opgewonden wereldwaan zorgt. Als één effect van de roep om globalisering genoemd moet worden, is het de prompte mobilisatie van ons verlangen naar stijlvolle wereldbeelden. [7] De belangrijkste overwinning van de globaliseringsmarkt is het succes waarmee het de wereld voor het product 'wereld' weet in te nemen.

Kolonisatie [8] is het zich toeëigenen, het geheel of gedeeltelijk bezetten en beheersen, door een kolonisator, van gebieden waarin deze naar investeringsnorm gemeten ('loon naar werken') geen gewin toekomt: de gebieden worden veroverd om ze te kunnen exploiteren. Voorafgaand aan de eigenlijke kolonisatie delen kolonisator en gekoloniseerde in principe geen enkel cultureel, politiek of economisch geheugen. Kolonisatie is het verstoorde evenwicht tussen twee gebieden, waarbij de kolonisator bezit neemt van wat vanaf dat moment de kolonie heet. Na deze bezetting investeert de kolonisator slechts in datgene dat in het voordeel werkt van de oorspronkelijke reden om te koloniseren en maakt daarmee zijn investering productief. Hij introduceert infrastructurele en industriële verbeteringen in het tijdperk van handel en industrie, infrastructurele en mediale verbeteringen in het informatietijdperk. De kolonie wordt gedwongen om inheemse gewassen en grondstoffen uit te putten, of uitheemse goederen te produceren, die door de kolonisator als een belangrijke vooruitgang op de lokale traditionele productie worden geïntroduceerd. We zien in het informatietijdperk niet alleen gebiedskolonisatie maar steeds duidelijker, en op vele niveaus, cultuurkolonisatie, als het opleggen van nieuwe culturele, sociale en economische normen en productie, bijvoorbeeld die van identiteiten zoals genoemd in de vorige alinea. Kolonisatie kent vele schaalniveaus en strategieën. Het bestaat niet alleen als historisch intercontinentaal imperialisme, maar evenzo op de intieme schaal van overzichtelijker sociale processen als die in het gezin of de buurt, of in andere culturele belangengemeenschappen.

In de loop van de twintigste eeuw koloniseerden de media het Westerse huishouden. Onder het mom van de modernisering van communicatie, kennis en ontspanning werd de lokale productie daarvan in gezin, buurt , school en verenigingsleven overgenomen door de uitzendgemachtigden. Met een toenemende schaalverfijning formuleerde de communicatieindustrie behoeften en doelgroepen, om een grootschalige consumptie van kennis en ontspanning op gang te brengen. Natuurlijk verrijkte de kennis van de consument zich daarbij daadwerkelijk, zeker kwantitatief. Op moeilijk op de juiste waarde te schatten niveau en schaal, en dus aan veel ideologische interpretatie onderhevig, veranderden zowel object als gebruik van kennis en ontspanning. [9] Intieme traditionele verbanden tussen spel en productie, tussen kennis en recreatie, tussen initiatie en volwassenheid, tussen het private en openbare, raken gedesoriënteerd wanneer ze onder invloed komen te staan van met gerafineerde middelen krachtig gepropageerde alternatieven en nieuwe opties, maar herstellen zich ook weer. Leerprocessen passen zich aan de leerstof en -methodiek aan, waarbij authentieke leergierigheid, inclusief het daarbij behorende onderscheidende vermogen, tot op zekere hoogte in tact blijft. Ik betrek in het verband van dit artikel niet de koloniserende dwang van fysiek en psychisch geweld. Op het niveau van botte en verfijnde geweldadigheid kunnen verschillende perioden en vormen van kolonialisme moeilijk vergeleken worden, temeer daar lichamelijk en geestelijk geweld niet aan elkaar afgemeten, maar altijd in elkaars verband moeten worden gekritiseerd. In het algemeen reikt de koloniserende macht weinig tot geen instrumenten aan waarmee de gekoloniseerde de traditionele en nieuwe doelen en methoden kan vergelijken. Als we al van een leersituatie zouden kunnen spreken is gekoloniseerd worden een harde les, zelfs als men het aantoonbare geweld buiten beschouwing laat.


wereldbeeld

De vorm van kolonisatie die de laatste jaren onder het keurmerk van de 'globalisering' wordt aangeboden, introduceerde een nieuwe wereldwaan: de behoefte aan de wereld als product. Een wereld die in de crisis van Virilio's écologie grise geraakt wordt daadwerkelijk door de media gekoloniseerd. De productie van informatie die de consument daarbij wordt opgelegd doet in niets onder voor traditionele voorbeelden van productieve 'vernieuwing' die door de kolonisator bij de gekoloniseerde werd afgedwongen. Net zoals de economie van het industriële tijdperk afhankelijk was van grondstoffen en goedkope arbeid in de overzeese 'gebiedsdelen', ontstaat de nieuwe economie van een informatiemaatschappij onder de dwingende voorwaarde van de productie van informatie door de consument. Ik kom hier in het onderstaande op terug. De technologische en mediale voorwaarden waaronder de consument op zijn of haar beurt tot producent van informatie wordt, bieden ook de keuze van een andere vorm van wereldproductie of globalisering, met een geheel andere wereld als product. Niet één-wereld-waar-ook-ter-wereld, maar een grenzenloze diversiteit aan werelden die zich tot elkaar verhouden op basis van gedeelde kennis, ervaring en interessen, vormt het perspectief van een alternatieve globalisering, die recht doet aan de overdaad aan informatie die de wereld is, in plaats van deze tot een eenduidig product te vertalen, of comprimeren.


wereldtaal

"(...) a language which has maximum compression would actually be completely unsuited to conveying information beyond a certain degree of complexity, because you would never find out whether a text is right or wrong." [10]

Onder invloed van een toenemende vraag naar stijlvolle wereldbeelden verplaatsen informatie, goederen en mensen zich in rusteloze mobiliteit. Van crucialer belang dan de benodigde infrastructuur, die met behulp van een groot kapitaal dat over de hele wereld vergaard en geïnvesteerd wordt tot stand komt, is de compressie die een snel transport vereist. Informatie, goederen en mensen reizen in pakketjes. Om pakketjes zo transportabel mogelijk te maken moeten deze worden geconcentreerd. Bij informatieverwerking gaan onherroepelijk data verloren. Bij het inpakken en op oneindig veel locaties weer uitpakken van een wereld (door middel van de thematisering van informatie, goederen, mensen) verliezen we de details. Net als in bovenstaand citaat van wiskundige en informatietheoreticus John von Neumann, kunnen we ook van een gecomprimeerd ingepakte wereld na uitpakken niet meer achterhalen of het een juist of onjuist beeld biedt. Als het een hele, zij het niet altijd even gedetailleerde, maar op zich stijlvolle, coherente wereld toont, wordt het beeld al snel aanvaard. Zodra er echter aan die op willekeurige locatie uitgepakte en uitpakkende werelden minder stijlvolle details zichtbaar worden, of er zich onder de samenstellende pakketjes enkele bevinden die informatie bevatten die naar het oordeel van de ontvanger incoherent is, wordt de zending letterlijk aan het verkeerde adres geacht en een nieuwe wereld van de afzender gevraagd. Om een wereldbeeld retour te zenden zou men het op zijn minst weer moeten comprimeren om het in te kunnen pakken. De productiemiddelen daartoe verschaffen de (massa-)media gebruikelijk niet. Bovendien stelt de afzender zich maar in beperkte mate ontvankelijk op. Voor de media industrie is het onder de huidige informatisering voordeliger om een gloednieuw wereldbeeld te verzenden dan om afgewezen beelden retour en in reparatie te nemen. Ondertussen is het reclameren bij de industrie voor deze uitermate informatief. De consument investeert informatie bij de producent, waarop deze steeds betere, want herkenbaardere, beelden produceert. De gemeenschappelijke wereldtaal van producent en consument wordt steeds clichématiger en verliest op den duur alle details die ware werelden kenmerken. Hoe een en ander zich recentelijk op de problematische beeldvorming van migratie en culturele diversiteit laat toepassen, en op de productie van een populistische politiek op basis van publieksinformatie, waarbij thematisering zowel ter linker- als ter rechterzijde onherroepelijk tot grotesk mediavertoon leidt, laat ik graag ter lering en vermaak aan de lezer over.


wereldhandel

Om zelf werelden en wereldbeelden te kunnen produceren en verzenden staat de consument tegenwoordig een heel arsenaal aan goed comprimerende digitale media ter beschikking. Op sommige gebieden komt daarmee een nieuwe wereldhandel op gang, zoals in beeld en geluid. Uitgerust met gereedschap dat een professionele kwaliteit van in- en uitpakken biedt, handelt de consument er met graagte op los. De informatie die daarmee vrijkomt is de leverancier van het gereedschap en de bemiddelaar die de inhoud van de handel verschaft—respectievelijk de producenten van consumentenelectronica en de muziek- en beeldindustrie—niet bepaald welkom. Maar de zogenoemde 'prosument', de producerende consument, is uit de fles en de media industrie heeft zich aan te passen. Het onderscheid tussen consumptie en productie zal nooit meer eenduidig zijn, net zo min als dat er tussen product en consument een heel apparaat van de markt controlerende bemiddelaars en adviseurs nodig is. Consumenten leren elkaar steeds beter als producent en bemiddelaar kennen en vertrouwen, en vormen zo een eigen informatieindustrie. Het gemak waarmee pakketjes informatie overal en nergens bewerkt en gereproduceerd, verzonden en ontvangen kunnen worden, zet tevens de norm voor transport en mobiliteit van goederen en mensen. Informatisering is daarmee niet gewoon een volgende modernisering van onze communicatie en kennisverwerving, maar een radicale breuk met het afgelopen tijdperk. De nieuwe mobiliteit heeft een ongekende verspreiding van werelden en wereldbeelden tot gevolg.

Gecomprimeerde werelden (informatie, goederen, mensen) verliezen zoals we zagen detaillering. Zo'n verlies is echter te compenseren door er waarde aan toe te voegen. De interactie tussen producerende en bemiddelende consumenten geeft gestalte aan een heel ander wereldbeeld dan dat van de monopoliserende media industrie. De laatste voegt geen waarde toe aan haar producten, al probeert zij door de consument te peilen deze zo goed mogelijk te bedienen—ten koste van de taal die zij spreekt en het product dat zij levert De toegevoegde waarde van de informatiehandel tussen 'prosumenten' bestaat uit het veel zorgvuldiger afstemmen van direct beleefde behoeften en interessen. Bovendien drukken de kosten van een industrieel productie- en bemiddelingsapparaat niet op deze nieuwe wereldhandel. Wereldconsumptie en -productie naar het model van de media industrie maakt de wereld kleiner, eenduidiger, clichématiger, verteerbaarder, ontspannener en vertrouwder. Wereldproductie en -consumptie naar het model van de producerende en (onder-)handelende consument maakt haar groter, diverser, leerzamer, soms ontoegankelijker, verontrustender en onbekender; maar dankzij een grote hoeveelheid toegevoegde waarde uiteindelijk rijker en waarachtiger.


wereldwaar

Van een indrukwekkende verzameling hand over hand, dankzij institutionele en commerciële bemiddeling, ontborgen plekken en situaties veranderde de wereld in een nerveus geprogrammeerde opeenvolging van toeristische evenementen, die zelf mobiel zijn en in wereldwijde distributie gelijktijdig alle lokale kermissen en theaters aandoen. Voor onze oriëntatie in deze nieuwe wereldorde hebben we, in plaats van een gedetailleerde topografische kaart, een per seconde bijgewerkte evenementenagenda nodig. De geografische werkelijkheid wordt volkomen leeggeplunderd, haar oneindig gevarieerde rijkdom vervolgens in de infografische ruimte opgeslagen, bewerkt, opgewaardeerd en uitgestald, verhandeld. Een al- en ieder omvattende migratie naar de ruimte van de informatienetwerken kan mogelijk een wereldruimte, als voorwaarde voor diversiteit en productieve intelligentie, nieuwe voorwaarden bieden en een altenatieve globaliseringen produceren. Conform de oude wet van de grote mogendheden lijkt een media industrie voorbestemd te zijn de ultieme koloniserende macht. te worden Nieuwe media bieden echter zicht op een alternatieve agenda voor globalisering, die in geen enkel opzicht op kolonisatie lijkt en waarbij lokale intimiteit en identiteit juist zeer precies geformuleerd en gekoppeld kan worden. [11] De onbegrensde functionaliteit van een alles en iedereen verbindend informatienetwerk plaats elke topografische en ideologisch identiteit in een context van uitwisseling en onderhandeling. Deze nieuwe bewegingsvrijheid hoeft niet te resulteren in platgetreden paden langs opgepoetste ruïnes van historische beschavingen, hoewel ook zulke attracties natuurlijk ontketend en onbelemmerd aangeboden worden. Tegenover de bezetting door onverbeterlijk sjacherende wereldveroveraars dient zich echter de mogelijkheid van een ingrijpende de-kolonisatie van het culturele geheugen aan, waarbij individuele, gesitueerde, persoonlijke culturele productie een alternatief kan gaan vormen voor de monocultuur van de brand media.


werelddelen

"Swadeshi is that spirit in us which restricts us to the use and service of our immediate surroundings to the exclusion of the more remote. (...) In the domain of politics, I should make use of the indigenous institutions and serve them by curing them of their proved defects. In that of economics, I should use only things that are produced by my immediate neighbours and serve those industries by making them efficient and complete where they might be found wanting." [12]


We moeten twee soorten globalisering onderscheiden. Beiden danken hun bestaansmogelijkheid voor een belangrijk deel aan de hiervoor beschreven medialisering en commercialisering en maken optimaal gebruik van onbegrensde communicatie- en distributiemogelijkheden. Verder houdt iedere vergelijking op. Globalisering 1 is een koloniserende globalisering, globalisering 2 een de-koloniserende. De eerste installeert (de wereld als) één wereld over de hele wereld, 'one world, one card'; de tweede verbindt zo veel mogelijk werelden met zoveel mogelijk andere werelden. De eerste is een autoritaire monocultuur, de tweede ontwikkelt zich in onbegrensde en onbelemmerde diversiteit. De eerste wordt, op basis van onze voorkeuren, geraffineerd samengesteld en bezorgd door een media- en informatie industrie, de tweede maken we voor een groot deel zelf, in onze eigen omgeving, met en voor onze naasten, die in het informatietijdperk niet meer alleen in onze topografische maar in toenemende mate in onze inforgrafische nabijheid aanspreekbaar zijn.

De twee vormen van globalisering verhouden zich niet tot elkaar zoals traditionele tegenbewegingen zich tot een consensusmaatschappij verhielden, in welks marges zij opereerden. Er is geen sprake van twee antagonistische opties, geen burgerlijke cultuur met zijn tegenovergestelde. Dankzij de toenemende diversificatie en profilering van belangengemeenschappen breiden identiteiten zich eindeloos uit. Het promiscue engagement van de individuele consument 'kleedt' zich voortdurend in andere identiteiten, en laat een grote variëteit aan behoeften zijn communicatie en consumptiepatroon beïnvloeden. Overlappende interessen zorgen op basis van intensieve informatieuitwisseling voor het voortdurend ontstaan van nieuwe belangen. In het informatietijdperk zijn de begrenzingen tussen zulke belangen tenslotte veel besmettelijker en interactiever dan in enig historisch tijdperk. Alleen in systemen die radikale kolonisaties te verdedigen hebben worden verschillen nog hardnekkig in gewelddadige geschillen uitgevochten.


wereldmachten

DIY. Do It Yourself. Met de mythe van de noble amateur stevig in het culturele geheugen genesteld viert elk tijdperk zijn eigen droom van de creatieve intelligentie en sociale vaardigheid van de leek, de 'amateur'—een liefhebber die zijn of haar diepe interessen en vitale overlevingsdrang op originele en communicatieve wijze productief maakt en met naasten deelt. Zodra deze droom opgenomen wordt in een academische of politieke agenda ontstaan de bekende populistische en zonder uitzondering paternalistische beleidsvoornemens en -maatregelen. Zodra in onze sociale organisatie een vitale impuls een recht wordt overstemt de wetmatigheid van het recht de aanstekelijke promiscuiteit van de originele impuls, belemmert het in zijn communicatie en daarmee in zijn verspreiding, verfijning en groei.

'Radio Auxerre vous écoute!' hoor ik mijn locale radiostation over de ether jinglen. Ondertussen stem ik af op KPIG radio, kpig.com, een station dat mij dankzij mijn Internetverbinding bereikt. Globalisering 1 kent zijn klanten en zoekt een optimaal evenwicht tussen enerzijds de behoefte aan exotiek, aan unieke belevingen, anderzijds de afkeer van sociaal isolement en discommunicatie, of een diepgewortelde xenophobie. Het product van globalisering 1 is een opwindende maar risicoloze exotiek. De zich gestaag verbeterende informatie-uitwisseling met het klantenbestand, dat zich daarmee steeds beter laat lezen als een verzameling individuele consumenten met specifieke voorkeuren, maakt het mogelijk te meten, te weten en te cateren. Consumptiepatronen informeren de producent en leverancier van goederen en diensten. Globalisering 1 streeft met succes naar een gevarieerd wereldaanbod dat individuele voorkeuren en de paradoxale verhouding tussen het verlangen naar exotiek en een fundamentele xenofobie in acht neemt. Het aanbod wordt voortdurend afgestemd en zoveel mogelijk geïndividualiseerd. Zoals de term 'reality tv' al suggereert geldt globalisering 1 als universele werkelijkheid. Inderdaad werden de media een dagdagelijkse realiteit waarin andere delen van dezelfde werkelijkheid worden gepresenteerd, gerepresenteerd en gestuurd.

Globalisering 2 is zijn klanten, en vindt zijn afzet voornamelijk aan de producerende/consumerende deelnemers. Hiermee vervalt meteen de illusie van een centrale redactie van de nieuwe geïnformatiseerde wereldorde. Het netwerkkarakter van globalisering 2, waarin 'meten, weten en cateren' een praktijk is die in principe door elke individuele deelnemer in het netwerk wordt beoefend, genereert een individueel aanbod, waarvan de beperking uitsluitend wordt gevormd door de mate waarin interessen worden gedeeld tussen deelnemers. Globalisering 2 verlangt dat consumptie en productie in balans blijven en elkaar als voorwaarde voor verfijning en precisering erkennen. Alleen onder deze 'prosumerende' voorwaarde kan de inhoud van gedeelde interessen ook daadwerkelijk een maximaal aantal geïntereseerden bereiken en daarmee verrijken. Volgens de wet van de informatieuitwisseling, waarbij men alleen door zijn interessen daadwerkelijk te publiceren nieuwe informatie ontsluit die deze interessen aanspreekt, moet men produceren om te kunnen consumeren en consumeren om te kunnen produceren. Met andere woorden: het proces van selectie en redactie in het netwerk van globalisering 2 geschiedt niet op basis van een goed geïnformeerde catering door partijen die de productiemiddelen beheren en de consumptie de productie laten sturen, maar in een peer-to-peer of person-to-person uitwisseling van kennis en ervaring, waarbij productie en consumptie één informatieve (onder-)handelling zijn die tussen het private en publieke bemiddelt.

Globalisering 1 en 2 vormen twee kanten van de informatiseringsmedaille. In welke mate ze werkelijk competitief zijn, volwaardige alternatieven, zal de culturele en economische praktijk van de komende decennia moeten uitwijzen. Globalisering 2 vormt een radikalere breuk met het tijdperk vóór de informatisering en benut de fundamentele mogelijkheden van de netwerkstructuur om daadwerkelijk alternatieven voor gecentraliseerde organisatie en productie te onderzoeken. Globalisering 1 moet de oude afhankelijkheid tussen consument en producent zien te handhaven, onderwijl optimaal profiterend van het profiel dat de consument de producent biedt om diens productie te leiden. Globalisering 1 is een oefening in zakelijke efficiëntie—voor critici de efficiëntie van een kapitale onderdrukking, voor optimistischer gestemden de efficiëntie van een ecologisch en economisch verantwoorde balans tussen investering en gewin. Globalisering 2 is een oefening in zelfregulatie en experimentele informatie-economie.


wereldorden

"Die grosse Aufgabe der massenmedialen wie der diskreten Informationstechnologien kommt erst in dem Blick, wenn wir uns den neuen Aggregatzustand einer inklusiven menschheitsweiten Weltgesellschaft mit einem hinreichend tief angesetzten grundbegrifflichen Ernst vor Augen führen. Der Ausdruck Welgesellschaft impliziert das Programm, extrem verschiedene regionale Kulturen mit höchst eigentümlichen un unübertragbaren Vergangenheiten in einem gemeinsamen Weltzeithorizont zusammenzuführen, durch welchen hindurch und aus dem heraus die verschiedenen Vergangenheitsströme in eine gemeinsame Zukunftsbewegung zusammengeführt werden könnten." [13]


Tussen de banale exotiek van globalisering 1 en de exotische alledaagsheid van globalisering 2 liggen de eindeloze nuances van een mondiale culturele diversiteit. Een consumptief producerende wereldburgerij biedt de wereldmachtige industrie van globalisering 1 een op maat gemaakte stok om mee te slaan: het krijgt het wereldbeeld dat het verdient, onder de voorwaarden van een nieuwe kolonisatie door de media en informatie industrie. Voor een productief consumerende burgerij is globalisering het wederzijds voor kennisgeving en ter onderhandeling aanbieden van de eigen interessen en verlangens, in een vrije informatie uitwisseling waarin elk beeld een ander beeld bemiddelt en lokale verschillen door middel van onbeperkte toegevoegde waarde worden gedetailleerd. Globalisering 1 en 2 zijn utopieën en beiden in de hierboven geschetste vorm onbereikbare idealen. In plaats van deze of gene 'zuivere' globalisering staat ons de conflictueuze en dus zeer informatieve wereldwanorde van een klassiek gevecht om kennis, cultuur en economische en ideologisch gewin te wachten. De hier geschetste principes van twee soorten globalisering, van een wereld als markt en een wereld als medium, zullen daarbij in vele onvoorziene vormen zichtbaar worden en om een antwoord vragen.


noten (er volgen nog enkele links)

[1] Paul Virilio, L'ère du gothique électronique, in: Louise Poissant (red.), Esthétique des arts médiatiques, Collection Esthétique, deel 1, Sainte-Foy, Canada, Presses de l'Université du Québec, 1995.

[2] Mastercard leus uit de jaren 1990

[3] zie natuurlijk Guy Debord, Society of the Spectacle (1967) en Comments on the Society of the Spectacle (1988), maar ook Paul Virilio, Le musée de l'accident, in: Un paysage d'événements, pp. 115-116: "(...) l'espace de l'exposition aurait lui-même perdu de son intérêt, de son attrait muséographique, au profit d'un temps d'exposition, d'une profondeur de temps comparable à celle des plus vastes horizons, des plus vastes paysages: paysages d'événements qui remplacerait ainsi les anciennes salles d'exposition; espace architectural disqualifié d'une part, par leur géométrie orthogonale, d'autre part par les nécessités d'une projection d'urgence des phases de l'accident. Projection publique qui n'a évidemment rien de commun avec un quelconque 'accrochage' d'oeuvres graphiques ou photographiques, une quelconque exposition d'objets ou d'ouvrages industriels." Galilée, isbn 2-7186-0479-4, 1995.

[4] http://www.localflavour.co.uk/products.html

[5] Naomi Klein, No Logo, taking aim at the brand bullies, Picador, isbn 0-312-20343-8, 2000.
No Logo site

[6] Ibid., hoofdstuk 5, Patriarchy gets funky; the triumph of identity marketing, pp. 110-111: "(...) many of our demands (in de universiteit, JK) for better representation were quickly accomodated by marketers, media makers and pop culture producers alike—though perhaps not for the reasons we had hoped. (...) Once we'd embarked on a search for new wells of cutting-edge imagery, our insistence on extreme sexual and racial identities made for great brand-content and niche marketing strategies."

[7] Ontwerper Bruce Mau's recente monografie heet Life Style en wordt geleverd in acht verschillende gebonden edities. Bruce Mau, Life Style, Phaidon Press Inc., isbn 0714838276, 2000.

[8] 'koloniaal' komt van het Engelse colonial, geïntroduceerd door politicus Edmund Burke (1729-1797), naar Lat. colonia (volksplanting) en colonus (boer, kolonist), van colere (de grond bewerken).

[9] Zie bijvoorbeeld Herbert I. Schiller, Culture Inc., The Corporate Takeover Of Public Expression, Oxford University Press, isbn 0-19-506783-5, 1989.

[10] John von Neumann, in een lezing aan de University of Illinois, in 1949. In Arthur W. Burks (red.), Theory of Self-Reproducing Automata, University of Illinois Press, 1966. Geciteerd in Jeremy Campbell, Grammatical Man; Information, Entropy, Language And Life, The Story Of The Modern Revolution in Human Thought, isbn 0-14-022504-8, 1987.

[11] George Gilder, Life After Television: "The medium will change from a mass-produced and mass-consumed commodity to an endless feast of niches and specialties... A new age of individualism is coming and it will bring an eruption of culture unprecedented in human history."

[12] Mahatma Gandhi, On Economics and Bread Labour, 1916-1925. (http://meadev.nic.in/Gandhi/economics.htm)

[13] Peter Sloterdijk, Technologie und Weltmanagement, in Medienzeit, drei Gegenwartsdiagnostische Versuche, Staatlichen Hochschule für Gestaltung Karlsruhe, isbn 3-89322-586-2, 1993.








correspondentie: globalisering@idie.net































moerstaal, 2002