Jouke Kleerebezem

Ontwerpkritiek

The primary source of this information is Shadow Play


gebeurtenis: tijdschriftenpanel middag van de ontwerpkritiek
panelleden: Ans van Berkum, Mieke Bernink, Max Bruinsma, Jouke Kleerebezem, Sjoukje Vermeulen, Hester Wolters
moderator: Bart Lootsma
locatie: Nederlands Vormgevingsinstituut Amsterdam
publiek: design community and press, peers; 90
datum: 21 maart 1996
paper: Jouke Kleerebezem


"dames en heren, een aantal onder U is hier vanmiddag bijeen om de designkritiek te vieren, en ik zou graag laten volgen: `en daar is ook alle reden toe' - als opmaat naar een ondubbelzinnige feestrede die vervolgens in de context van de opwekkende geluiden van mijn mede-feestredenaars in een dionysisch samenzijn kan worden beklonken. Ik vrees echter dat het niet het doel van deze bijeenkomst is, en dat er zèlfs geen aanleiding toe zou bestaan (hoewel dat ons niet zou hoeven te beletten... er subsidie voor aan te vragen); het tegendeel hoeft echter ook niet meteen te geschieden: we dragen niets te grave, helaas - want naast de feestrede is de grafrede de gemakkelijkste korte spreekbeurt die men kan houden. De groteske vereenvoudiging van de werkelijkheid tot een vrolijkmakende danwel droevigstemmende karikatuur is in alle vormen van retoriek en dus ook in de (design-/kunst-)kritiek een veelvoorkomende stijlfiguur: de geboorte respectievelijk de dood van bepaalde ideeën, richtingen, ontwikkelingen, tijdsperioden, media en markten wordt graag verkondigd.

Niet zelden is de een zijn `dood' de ander zijn `geboorte': en dan heb ik het niet over twee verschillende, elkaar opvolgende, verschijnselen, maar over twee verschillende interpretaties van hetzelfde verschijnsel - over twee verschillende kritieken op een en hetzelfde verschijnsel. Leven we nu bijvoorbeeld in het tijdperk van de dood van het individu, of van de geboorte van het individu, de dood of de geboorte van de openbaarheid, de dood of de geboorte van de auteur, de dood of de geboorte van de massamedia, de dood of de geboorte van de kritiek? Voor dood en geboorte geldt nog steeds: de keizer is dood, leve de keizer! - het interesseert ons niet hoe hij gekleed gaat.

Toch staan we weer aan een wieg, en wel aan de wieg van ontwikkelingen waaraan met name het instituut waar we vandaag te gast zijn belangrijk bijdraagt. De informatiemaatschappij is nakende en de media en technologieën die haar schragen zullen diep in productie, kritiek èn receptie van design , van de `toegepaste kunsten', en zo nog wat disciplines, ingrijpen. De tekst van Frederike Huygen wijdt meteen op de tweede pagina welgeteld 3 regels aan deze ontwikkeling, en biedt de understatement van het jaar: `Internet biedt tenminste nog een belofte'. `Tenminste een belofte…' - de Nederlandse vormgeving en haar kritiek zullen `tenminste' niet aan speculatieve overmoedigheid te gronde gaan… Zij laat erop volgen: `Met dit medium kan ieder die dat wil elk bericht over vormgeving tot zich nemen', en besluit, ter geruststelling `Maar ook hier geldt dat er een aanbod moet zijn, een persoon of instantie die het nieuws selecteert, interpreteert en op een serieuze manier doorgeeft.' Ik meen dat de belofte van het Internet wel wat meer inhoudt en zal (noodgedwongen heel beknopt) schetsen welke mogelijkheden het net de vormgevende disciplines en hun kritiek te bieden heeft.

Het Internet verbindt in real time productieplekken, gereedschappen en presentatieplekken voor kunstenaars, vormgevers, auteurs en een publiek, en maakt in principe een volledige uitwisselbaarheid (communicatie) van hun projecten mogelijk. Het net biedt toegang tot ideeën, concepten, ontwerpen, producten, kritieken en theorieën over culturele producten en hun betekenis en gebruik. Natuurlijk is het net in de huidige fase onkritisch, promiscuë en chaotisch, maar daarmee noem ik ook meteen de anti-institutionele kwaliteiten ervan. Bovendien is een kritische keuze uit deze rijkdom niet moeilijk gemaakt. Het net ontwikkelt zich als een omgeving waarin op interessegebied gekozen wordt met het doel om mensen, producten en diensten bij elkaar te brengen. Het net bemiddelt en veronderstelt een zekere intelligentie van haar gebruikers. Daar lijkt me weinig op tegen. De geïnstitutionaliseerde kritiek die hier vandaag aanwezig is en voornamelijk het woord voert zal haar kritische positie slechts handhaven als ze zich grondig verdiept in de betekenis van een nieuwe openbaarheid die door en in het net wordt gevormd.

Het net is niet `nieuw', in de zin dat het een nieuwe vorm van de bestaande openbaarheid is; het is nieuw àls andere openbaarheid. Het zal de `oude' media voorlopig niet vervangen maar aanvullen. Het zal zijn specifieke eigenschappen vooral ten gunste van dìe communicatie ontwikkelen, die in de andere media niet geboden wordt: real-time informatieuitwisseling in woord, statisch en bewegend beeld en geluid: multi-media. Vorm en voorkomen van de in het Internet bemiddelde informatie zullen vorm en voorkomen van de informatie in de oude media ook veranderen. De aanvulling die het net biedt maakt bepaalde `nieuwsvoorziening' gedateerd, en op den duur overbodig. De oude media kunnen de hierdoor ontstane ruimte benutten door deze met andere informatie te vullen. Neem de NRC, of de VPRO, waar de ontginning van de digitale ruimte een verruiming biedt van het bestaande aanbod. Programmering op het net betekent andere programmering in de oude media. We zullen de media naast elkaar en in het verlengde van elkaar gebruiken.

Zo omslachtig als het is om in de oude media te publiceren, zo eenvoudig is het net als publicatiekanaal. De gebruiker van informatie wordt aanbieder. Het net biedt in zijn eindeloze vertakking plaats aan zeer gespecialiseerde, zelfs idiosyncratische informatie. Gebruikers zullen elkaar vinden op gedeelde interessen. De meningsvorming over informatie, over ideeën, producten en diensten, de kritiek erop, wordt door en voor de gebruikers geschreven. Daar komt geen kritikus meer aan te pas: of, met andere woorden: de gebruiker wordt zijn eigen kritikus, `wij zijn de media'.

Een voorbeeld van een dergelijke gebruikersgemeenschap is de op het WWW aanwezige `music recommendation agent' firefly (www.ffly.com) Muziekliefhebbers vertrouwen hun waarderingen toe aan een intelligente database, die hen vervolgens nieuwe muziek adviseert. Er zit geen uitzendgemachtigde, pluggende dj of `objectieve' muziekjournalist achter, of tussen: gebruikers vertellen elkaar wat ze goed vinden en de software vergelijkt waarderingen en genereert adviezen… De website is zo vormgegeven dat gebruikers ook recensies schrijven, elkaar in real time aan kunnen spreken en on line over muziek kunnen discussieren, clips van muziek die ze niet kennen kunnen beluisteren… Dat is nu wat ik noem `tenminste een belofte'.

Wat doen we met de kritikus? My best guess is dat de intelligente kritikus zich erop toe zal leggen om een makelaar in informatie te worden en contexten te scheppen waarin gebruikersgemeenschappen als die van firefly kunnen communiceren. Hoe kleiner en gespecialiseerder het gedeelde interessegebied, des te meer er behoefte is aan een dergelijke makelaar of agent. Onderwerpen waar `iedereen verstand van heeft', en die sterk met smaak en minder met het maken van geschiedenis te maken hebben, kunnen gemakkelijk voor en door gebruikers worden besproken, gewaardeerd en aanbevolen.

De emancipatore werking van de kritiek heeft naar alle partijen gefaald. We hebben alle stijlperioden overleefd en er dient zich voorlopig geen nieuwe aan. Met `ontwerpers die niet willen lezen', kritici die niet betaald worden voor wat ze schrijven en gebruikers die verpest zijn door de Consumentenbond, gaat er veel kostbare kennis verloren. Daar staan we dan voor joker aan de wieg van het informatietijdperk. De boreling grijnst ons superieur tegemoet. Hij kan nog niet spreken, maar dat lachje - daar zou ik maar voor oppassen. dankuwel."


Jouke Kleerebezem

21 maart 1996


The primary source of this information is Shadow Play